donderdag 16 september 2010

werkende huismoeder





Zo langzamerhand wordt het een uitstervende soort: de huisvrouw zonder baan.
Zo nu en dan hoor je nog iemand klagen (ja, en ik hoor het ook regelmatig van mannen) dat ze iemand kennen die zich nog volledig werpt op kinderen en huishouden. En wanneer je nou denkt dat dit alleen vrouwen betreft die als enige baanoptie aan de lopende band in de koekjesfabriek mogen staan, dan zit je er naast!
Toen ik kort na de geboorte van mijn derde kind meedeelde dat ik weer aan het werk ging, zei mijn moeder dat ze dat eerst wel eens wilde zien. Ik was immers net gescheiden. Mijn toenmalige huisarts vroeg zich gelijk af of mijn ouders soms puissant rijk waren en van plan waren mij te onderhouden.
Ik wist ook niet helemaal goed waar ik aan begon, zonder auto, drie kinderen naar de oppas, maar ik deed oogkleppen op en ging aan de slag. Zaterdagmiddag badkamer en toiletten poetsen en het ging. En wat merkte ik?
Mijn werk was een rustplaats. Ik hoefde slechts één ding tegelijk te doen en als er meer dingen werden gevraagd, werkte je dat af in volgorde van prioriteit.
Het was een verademing om na een weekend hollen, rennen, vliegen, draven, weer gewoon achter je bureau te kruipen. Even niet politie-agentje spelen, speelgoed verdelen, opruimen, constant je aandacht verdelen, maar slechts één ding tegelijk.
Niet achter de geraniums was voor mij een uitkomst. Want eigenlijk ben ik lui, aartslui. Zou het liefst de hele dag in een boek zitten, natje en droogje op zijn tijd en zo nu en dan een uitspatting. Dat zou waarschijnlijk binnen onafzienbare tijd leiden tot helemaal niets meer doen. En ik ken mezelf, dus dat heb ik me niet toegestaan. Gelukkig maar.

Mag ik toch stiekem jaloers zijn op die vrouwen die niet HOEVEN te werken?