dinsdag 3 mei 2011

zusjes

Ik heb een zus. Niks bijzonders zou je zeggen. Toen we klein waren sliepen we op een kamer, in een bed, en verder deelden we zo goed als niets. Zij was vier jaar ouder en dat schiep een afstand. Toen we ouder werden werd het verschil kleiner. Langzaam maar zeker kwamen we in de loop van de jaren steeds dichter bij elkaar, totdat we elkaar minstens twee keer per week belden en elkaar bijna wekelijks zagen.

Totdat er iets gebeurde. Inmiddels heb ik zo vaak mijn excuses aangeboden dat ik niet eens meer zou weten waarvoor. Maar het is niet genoeg.

Toen besloot ik haar te schrijven. Ik schreef haar het volgende:

Lieve zus van mij,

Je wilt me niet meer zien of spreken. Je wilt geen enkele poging doen om zaken uit te praten en proberen om op basis van ons jarenlang vertrouwen te zien of we uit dit conflict kunnen raken. En het vreemde is: nadat je mij hebt laten weten dat je het niet eens was met mijn advies, wat natuurlijk jouw goed recht is, heb je mij verschillende malen gesproken en leek het er zelfs weer op dat dat oude vertrouwen, datgene wat wij jaren hebben gedeeld, dat dat weer als vanouds was. Gedeukt, een beetje, gebutst, maar het was er nog.
Toen jij, na veel te lang te hebben getwijfeld, op het laatste moment zaken wilde uitspreken met onze vader, terwijl hij op sterven lag, begreep ik dat je een noodgreep deed. Eindelijk wilde je je uitspreken. Maar, lieve meid, dat was te laat. Die man, onze vader, vocht voor zijn laatste ademtocht en had daarbij op dat moment niet meer de krachten om jouw verdriet te steunen en om jou antwoorden te geven op vragen die jou je hele leven al hebben gekweld.
Nu doe je hetzelfde met mij. Je negeert kansen die er liggen, sluit deuren waar ik ze probeer open te zetten. Tot het ooit te laat is.
Wij hebben zoveel gedeeld. Toen ik in diepe ellende zat omdat mijn toenmalige man zo verschrikkelijk ziek was, was jij de enige die ik toe mocht laten. Toen het echt niet verder ging, zetten jij en je man de deur voor mij open en vormden een veilige haven voor mij en mijn drie hele kleine kinderen. Jij hebt voor mij gevochten, je was mijn enige en beste vriendin. We waren het lang niet altijd met elkaar eens, maar we konden elkaar zo goed ontmoeten. Jullie waren de vervangouders voor mijn kinderen. Wij allevier missen je zo verschrikkelijk.

Wat moet jij een verdriet meedragen! Wat zou ik graag weer met je zitten op de tuinbank na het eten, afwas aan kant, glaasje wijn erbij en in de lome avondzon ons samen verbazen over dingen die gebeuren. En samen tevreden zijn over de goede dingen.

Laat die mooie dingen niet achter je liggen. Je hebt iedere dag weer een nieuwe kans om goede herinneringen te creëren!
Ik heb maar één zus. Jij hebt niet het alleenrecht om haar bij me weg te houden.

Je zusje






Nu is het weer bijna zomer, en de zomeravonden met haar mis ik weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten